Prentententoonstelling, litho, 1956.
“[In deze prent is er een] vergroting naar het centrum toe, heeft hier een ringvormige uitdijing plaats, rondom het lege centrum, in de richting die de wijzers van een klok gaan. Rechtsonder betreden wij door een poort een tentoonstellingsgalerij met prenten op tafels en aan wanden. Eerst passeren wij een bezoeker met zijn handen op zijn rug en daarna, in de linker benedenhoek, een jonge man die al vier maal zo groot is. Zijn hoofd is, in verhouding tot zijn hand, al weer uitgedijd. Hij bekijkt de laatste prent van een serie aan de wand en volgt met zijn blik een voor een de details: de boot, het water en de huizen op de achtergrond. Van daar glijdt zijn blik verder van links naar rechts langs steeds grotere huizenblokken. Er kijkt een vrouw door haar geopende venster neer op het schuine dak dat de expositiegalerij afdekt; daarmee waren wi| onze rondgang begonnen. De jongen ziet al deze dingen als tweedimensionale details van de prent die hij bestudeert. Tast zijn blik nog iets verder, dan ziet hij zichzelf, als een onderdeel van de prent.” ~ M.C. Escher, Grafiek en Tekeningen.
Gedrukt in zwart-wit op 170 grams papier. Buitenmaat 55 x 65 cm, afbeelding 47,2 x 46,3 cm. Wordt verzonden in kartonnen koker.