Trappehuis, litho, 1951.

“Er treedt een spelelement op dat reeds bij de regelmatige vlakverdeling ter sprake kwam, de glijspiegeling. Nagenoeg de hele bovenhelft van de prent is het spiegelbeeld van de onderhelft. De bovenste trap, waarlangs een wentelteef van links naar rechts afdaalt, spiegelt zich zelfs twee maal: in het midden en dan nog eens aan de onderkant. Op de trap in de rechter bovenhoek is de tegenstelling tussen ‘klimmen’ en dalen’ opgeheven: twee rijen diertjes gaan naast elkaar, maar de ene stijgt en de andere daalt.” ~ M.C. Escher, Grafiek en Tekeningen.

Go to Top