Hol en bol, litho, 1955.
“Naast elkaar staan drie huisjes met een kruisgewelf als dak. Het linker ziet men uitwendig, het rechter inwendig en het middelste naar keuze van binnen of van buiten. Van dergelijke inversies zijn er verschillende op deze prent afgebeeld; één ervan wordt hier beschreven. Er zijn twee fluitspelende jongens. Links kijkt de ene door een raam neer op het dak van middelste huisje; als hij door zijn raam klimt kan hij op het dak gaan staan. Springt hij vervolgens aan de voorkant naar beneden, dan komt hij, een verdieping lager, op de donkere vloer voor het huisje terecht . De rechter fluitspeler echter ziet datzelfde kruisgewelf, als hij zich voorover buigt, boven zijn hoofd als een dak. Mocht hij uit zijn raam willen klimmen, dan is er voor hem geen vloer, maar een peilloze afgrond.” ~ M.C. Escher, Grafiek en Tekeningen.
Gedrukt in zwart-wit op 170 grams papier. Buitenmaat 65 x 55 cm, afbeelding 56 x 47 cm. Wordt verzonden in kartonnen koker.