-
Prentententoonstelling, litho, 1956. "[In deze prent is er een] vergroting naar het centrum toe, heeft hier een ringvormige uitdijing plaats, rondom het lege centrum, in de richting die de wijzers van een klok gaan. Rechtsonder betreden wij door een poort een tentoonstellingsgalerij met prenten op tafels en aan wanden. Eerst passeren wij een bezoeker met zijn handen op zijn rug en daarna, in de linker benedenhoek, een jonge man die al vier maal zo groot is. Zijn hoofd is, in verhouding tot zijn hand, al weer uitgedijd. Hij bekijkt de laatste prent van een serie aan de wand en volgt met zijn blik een voor een de details: de boot, het water en de huizen op de achtergrond. Van daar glijdt zijn blik verder van links naar rechts langs steeds grotere huizenblokken. Er kijkt een vrouw door haar geopende venster neer op het schuine dak dat de expositiegalerij afdekt; daarmee waren wi| onze rondgang begonnen. De jongen ziet al deze dingen als tweedimensionale details van de prent die hij bestudeert. Tast zijn blik nog iets verder, dan ziet hij zichzelf, als een onderdeel van de prent." ~ M.C. Escher, Grafiek en Tekeningen. Gedrukt in zwart-wit op 170 grams papier. Buitenmaat 55 x 65 cm, afbeelding 47,2 x 46,3 cm. Wordt verzonden in kartonnen koker.
-
Belvedere, litho, 1958 "Op de voorgrond, links onderaan, ligt een vel papier waarop de ribben van een kubus zijn getekend. Twee cirkeltjes geven de plaatsen aan waar ribben elkaar kruisen. Welke ribbe ligt vóór, welke achter? Voor-en-achter tegelijkertijd is in een drie-dimensionale wereld niet mogelijk en kan dus ook niet worden afgebeeld. Maar wèl kan een voorwerp getekend worden dat van boven een andere realiteit weergeeft dan van onderen. De knaap die op de bank zit, heeft zo'n kubusachtige absurditeit in zijn handen. Hij bekijkt het onbestaanbare voorwerp peinzend en is er zich blijkbaar niet van bewust dat de belvedere achter zijn rug op dezelfde onmogelijke manier is gebouwd. Op de vloer van het onderste platform, dus binnenshuis, staat een ladder, waarlangs twee personen bezig zijn naar boven te klimmen. Maar een verdieping hoger aangekomen, staan zij weer in de openlucht en moeten het gebouw nogmaals binnentreden. Is het dan een wonder dat niemand van het gezelschap zich bekommert om het lot van de gevangene in het souterrain, die jammerend zijn hoofd door de tralies steekt?" ~ M.C. Escher, Grafiek en Tekeningen. Gedrukt in zwart-wit op 170 grams papier. Buitenmaat 55 x 65 cm, afbeelding 35 x 55 cm. Wordt verzonden in kartonnen koker.
-
Modderplas, houtsnede van 3 blokken, 1952. "De wolkenloze avondhemel weerspiegelt zich in een modderplas die na een regenbui in de kuil van een bosweg is achtergebleven. Sporen van twee vrachtauto's, twee fietsen en twee voetgangers zijn in de drassige bodem afgedrukt." ~ M.C. Escher, Grafiek en Tekeningen. Gedrukt in kleur op 170 grams papier. Buitenmaat 65 x 55 cm, afbeelding 49 x 36,2 cm. Wordt verzonden in kartonnen koker.
-
Vlakvulling II, litho, 1957. "... Ook konden zij slechts tot stand komen na jaren lange training met regelmatige vullingen. De herkenbaarheid van hun componenten als natuurobjecten speelt een nòg belangrijker rol. Plezier in het moeilijke spel, zonder symbolische bijbedoeling, was de enige echte reden van hun ontstaan... De rechthoekigheid van het totale vlak is de enige regelmaat die hier nog aanwezig is. Van de binnenfiguren zijn er slechts enkele die begrensd worden door vier omliggende. De directe omgeving van de kikker bestaat uit twee figuren; de gitaar wordt door drie begrensd, de haan door vijf en de struisvogel (als het er een is) door zes. Het totale aantal blijkt slechts na nauwkeurig tellen. " ~ M.C. Escher, Grafiek en Tekeningen. Gedrukt in zwart-wit op 170 grams papier. Buitenmaat 65x55 cm, afbeelding 55,5 x 47,5 cm. Wordt verzonden in kartonnen koker.
-
Bevrijding, litho, 1955. "Op het uniform-grijze oppervlak van een zich ontrollende papierstrook heeft een ontwikkeling plaats, van onder naar boven, tegelijkertijd in vorm en contrast. Driehoeken, eerst nauwelijks zichtbaar, veranderen in meer gecompliceerde figuren terwijl hun onderlinge kleurcontrast toeneemt. In het midden zijn zij als witte en zwarte vogels voltooid. Van hieraf verder naar boven bevrijden zij zich van elkaar en vliegen als zelfstandige wezens de wereld in. Daarom verdwijnt de papierstrook waarop zij getekend waren." ~ M.C. Escher, Grafiek en Tekeningen. Gedrukt in zwart-wit op 170 grams papier. Buitenmaat 34 x 75 cm, afbeelding 30 x 66 cm. Wordt verzonden in kartonnen koker.
-
Toverspiegel, litho, 1946. "Op een tegelvloer staat een vertikaal spiegelend schem, waaruit een fabeldier geboren wordt. Stukje voor stukje treedt het naar buiten tot er een compleet dier naar rechts wegloopt. Zijn spiegelbeeld begeeft zich naar links, maar blijft even reëel, want van achter het reflecterende scherm komt het te voorschijn in de werkelijkheid. Eerst lopen zij in één rij achter elkaar, dan twee aan twee en ten slotte komen beide stromen elkaar tegemoet in rijen van vier. Tegelijkertijd verliezen zij hun plasticiteit. Als stukjes van een legpuzzel schuiven zij in elkaar, vullen elkaars tussenruimten op en vereenzelvigen zich met de vloer waarop de spiegel staat." ~ M.C. Escher, Grafiek en Tekeningen. Gedrukt in zwart-wit op 170 grams papier. Buitenmaat 65 x 55 cm. Wordt verzonden in kartonnen koker.
-
Klimmen en Dalen, litho, 1960. "De eindeloze trap die het hoofdmotief van deze verbeelding is, werd ontleend aan een artikel van L.S. Penrose in het februari-nummer 1958 van het British Journal of Psychology. Een rechthoekige binnenplaats wordt begrensd door een gebouw dat een trap zonder einde als dakbedekking heeft. De bewoners van dit huizencomplex zijn misschien wel monniken, leden van een onbekende sekte Mogelijk is het hun rituele plicht om dagelijks enkele uren deze trap te beklimmen. Als ze moe zijn, mogen ze blijkbaar omkeren en afdalen in plaats van klimmen. Maar beide richtingen, hoewel zinvol, zijn even rusteloos. Twee weerspannige individuen weigeren vooralsnog om aan deze oefening mee te doen. Zij denken er het hunne van, maar misschien zullen zij vroeg of laat hun dwaling inzien." ~ M.C. Escher, Grafiek en Tekeningen. Gedrukt in zwart-wit op 170 grams papier. Buitenmaat 55 x 65 cm, afbeelding 44,5 x 54 cm. Wordt verzonden in kartonnen koker.
-
Band, litho, 1956. "Twee spiralen vloeien in elkaar over en beelden links het hoofd van een vrouw en rechts dat van een man uit. Als een band zonder einde, hun voorhoofden met elkaar vervlochten, vormen zij een twee-eenheid. De ruimtewerking wordt vergroot door zwevende bolleties, voor, in en achter de holle beeltenissen." ~ M.C. Escher, Grafiek en Tekeningen. Gedrukt in zwart-wit op 170 grams papier. Buitenmaat 65 x 55 cm, afbeelding 58 x 43,7 cm. Wordt verzonden in kartonnen koker.
-
Tekenende Handen, litho, 1948. "Een stuk papier is met vier punaises vastgeprikt op een ondergrond. Een rechterhand is bezig op dat tekenpapier de mouw van een overhemd te schetsen. De hand is op die plek nog niet klaar met haar werk, maar iets meer naar rechts heeft ze een linkerhand, die uit de mouw steekt, al zó gedetailleerd uitgebeeld, dat deze zich uit het vlak verheft en op haar beurt, als een levend lichaamsdeel, de mouw schetst waaruit de rechterhand te voorschijn treedt." ~ M.C. Escher, Grafiek en Tekeningen. Gedrukt in zwart-wit op 170 grams papier. Buitenmaat 65 x 55 cm, afbeelding 54,5 x 46 cm. Wordt verzonden in kartonnen koker.
-
Verbum, litho, 1942. "Een evolutie van het centrum naar buiten toe gericht, biedt langs de randen meer plaats voor volgroeide figuren. Het centrale woord 'Verbum' herinnert aan het bijbelse scheppingsverhaal. Uit nevelig grijs doemen driehoekige oerfiguren op, die aan de randen van de regelmatige zeshoek zijn uitgegroeid tot vogels, vissen en kikkers, elk in hun eigen element: lucht, water en aarde. Iedere soort dient zich aan in twee omstandigheden: overdag en 's nachts. Zij vloeien in elkaar over en bewegen zich voort langs de omtrek van de zeshoek, in de richting van de wijzers van een klok." ~ M.C. Escher, Grafiek en Tekeningen. Gedrukt in zwart-wit op 170 grams papier. Buitenmaat 65 x 55 cm, abeelding 54,2 x 46,5 cm. Wordt verzonden in kartonnen koker.
-
Trappehuis, litho, 1951. "Er treedt een spelelement op dat reeds bij de regelmatige vlakverdeling ter sprake kwam, de glijspiegeling. Nagenoeg de hele bovenhelft van de prent is het spiegelbeeld van de onderhelft. De bovenste trap, waarlangs een wentelteef van links naar rechts afdaalt, spiegelt zich zelfs twee maal: in het midden en dan nog eens aan de onderkant. Op de trap in de rechter bovenhoek is de tegenstelling tussen 'klimmen' en dalen' opgeheven: twee rijen diertjes gaan naast elkaar, maar de ene stijgt en de andere daalt." ~ M.C. Escher, Grafiek en Tekeningen. Gedrukt in zwart-wit op 170 grams papier. Buitenmaat 45 x 79,5 cm, afbeelding 36,7 x 72,3 cm. Wordt verzonden in kartonnen koker.
-
Cirkellimiet IV (Hemel en Hel), houtsnede van 2 blokken gedrukt, 1960. "Ook hier verkleinen zich de componenten van binnen naar buiten. De zes grootste, drie witte engelen en drie zwarte duivels, zijn straalsgewijze om het centrum heen geschaard. De schijf is verdeeld in zes sectoren, waarin beurtelings de engelen op een zwarte achtergrond en de duivels op een wit fond de overhand krijgen. Hemel en hel wisselen elkaar dus zes maal af." ~ M.C. Escher, Grafiek en Tekeningen. Gedrukt in zwart-wit op 170 grams papier. Buitenmaat 55 x 65 cm, afbeelding 49,2 x 49,2 cm. Wordt verzonden in kartonnen koker.